Direct naar artikelinhoud
InterviewPride

‘De Pride als protest, die mis ik vandaag toch een beetje’: vier prominente lgbtq+-stemmen over homofobie en wederzijds respect

‘De Pride als protest, die mis ik vandaag toch een beetje’: vier prominente lgbtq+-stemmen over homofobie en wederzijds respect
Beeld Thomas Sweertvaegher

Hoe ziet een utopische samenleving voor lgbtq+-personen eruit? Dat is de centrale themavraag van de Antwerp Pride, die nog loopt tot 14 augustus. Hoe ver staan we vandaag nog af van een wereld zonder homofobie? En wat is er nodig voor verregaande verandering? ‘Ik mis vandaag dialoog met wederzijds respect.’

Fleur Pierets (49), schrijver en mensenrechtenactiviste: ‘Laat ons de fouten uit het verleden niet opnieuw maken’

Fleur Pierets.Beeld Thomas Sweertvaegher

“We bevinden ons in een hele moeilijke tijd, vind ik. Een transformatieve tijd, ook. Heel wat queer personen gaan ervan uit dat ze hun rechten wel hebben verworven, maar het terugdraaien van Roe v. Wade in de Verenigde Staten heeft nog maar eens aangetoond hoe fragiel die rechten eigenlijk zijn. Kennis van onze geschiedenis, zodat we de fouten uit ons verleden niet opnieuw maken, en een focus op intersectioneel denken is dus belangrijker dan ooit. Je kan bijvoorbeeld niet spreken over lgbtq+-rechten zonder het te hebben over vrouwenrechten, of zonder over racisme te praten. Alles is zo gigantisch met elkaar verbonden. Mensenrechtenactiviste Fannie Lou Hamer zei ooit: ‘Niemand is vrij tot we allemaal vrij zijn.’ En zo is het ook.

“Hoe ouder ik word, hoe meer kwaadheid ik voel door al het onrecht dat ik rondom mij zie. Soms moet ik mezelf echt kalmeren, omdat ik weet dat ik slecht werk vanuit kwaadheid. Het is zeker in deze tijd heel belangrijk om de nuance niet uit het oog te verliezen. Vaak zitten we vast in dat extreme links-rechts-denken. Er blijft amper nog een middenveld over. Als ik door mijn Instagram-tijdlijn scrol, zie ik vooral activisten passeren, maar op de Meir in Antwerpen zie ik dan weer een compleet ander soort mensen. Daar moeten we ook rekening mee houden wanneer we boodschappen naar buiten brengen: dat we ons niet enkel richten tot ons eigen publiek, dat sowieso al mee is met wat we te zeggen hebben, maar dat we ook een bredere groep aanspreken.

“Ik ben een gigantische einzelgänger, maar ik snak wel naar connectie met mensen uit de lgbtq+-gemeenschap. Die verbondenheid voel ik extra hard tijdens de Pride. Ik ken mensen die net uit de kast zijn, en die voor de eerste keer meelopen op de Pride. Het is niet te onderschatten hoe empowering het kan zijn om op straat te komen met je éigen mensen. Met je chosen family. Dat is verschrikkelijk schoon, al erken ik dat heel wat mensen zich ook niet erkend voelen door de Pride.

“Mijn eigen zelfgekozen familie bestaat uit bijna allemaal lgbtq+-personen. Queer zijn betekent ook: de norm uitdagen, en dat kan soms heel vermoeiend zijn. Het helpt dan om je te omringen met mensen die die norm ook wat proberen op te rekken. Ik verschiet er soms van hoe politiek getint de gesprekken met mijn vrienden soms worden als we samen op restaurant zitten. En dat is perfect. Dat heeft ervoor gezorgd dat ik tegenwoordig heel moeilijk aan smalltalk doe, bij mij gaat het meteen de diepte in.”

Karolien Debecker (43), radiopresentatrice: ‘Ik merk een extremer discours op dat me zorgen baart’

Karolien Debecker.Beeld Thomas Sweertvaegher

“Ik had onlangs een lange discussie met mijn ouders over de Pride. Ze vroegen: ‘Waarom moet dat nu zo expliciet?’ –  een vraag die veel mensen van hun leeftijd zich stellen. Maar voor mij is de Pride, waar ik dit weekend ook zelf naartoe ga, vooral een dag waarop je voluit mag zijn wie je bent, en je mannelijkheid of vrouwelijkheid kan etaleren zoals je dat zelf wil. Even die totale vrijheid ervaren, dat is heerlijk. Tegelijkertijd màg de Pride ook wat provoceren. Zo van: hé, jongens, laten we even uit het keurslijf stappen waar we ons de hele tijd in moeten wringen. Het is een kans om de voeten te vegen aan de restanten van onze kerkelijke moraal.

“Ik heb me de laatste jaren wat minder prominent opgesteld in de media wanneer het over lgbtq+-rechten ging. Ik dacht: de boot is vertrokken, en er zijn genoeg anderen die mee aan de kar trekken. Maar sinds dit jaar heb ik het gevoel dat ik me weer meer in het debat wil mengen, omdat ik me toch zorgen maak. Ik zie een extremer discours dat me verontrust, en haatdragend taalgebruik dat plots heel genormaliseerd lijkt.

“In het gezicht van mensen blijven roepen dat ze ons moeten aanvaarden, dat is volgens mij niet de weg vooruit. Activisme is nodig, maar er is ook nood aan onderhandelaars die bruggen bouwen. Ik zie vandaag alleen stoottroepen langs beide kanten, en weinig dialoog met wederzijds begrip. We leven in een gigantische versnelling wat exposure van allerlei genderidentiteiten betreft en we willen dat iedereen zo snel mogelijk mee is. Die urgentie begrijp ik, maar we mogen geen oogkleppen opzetten voor het feit dat veel mensen nog niét mee zijn.

“Ook onze demografie die aan het veranderen is, brengt nieuwe uitdagingen met zich mee. Het ligt gevoelig om uit te spreken, maar veel nieuwkomers zijn absoluut niet oké met homoseksualiteit, laat staan met het hele genderspectrum. Ik vraag me af of lgbtq+-bewegingen daar wel voldoende aandacht aan durven te besteden, uit angst om als racistisch weggezet te worden. Terwijl het natuurlijk niet gaat om racisme, maar om het onderstrepen van waarden en normen die we belangrijk vinden, en die voor sommige culturen allerminst vanzelfsprekend zijn.

“Zelf beweeg ik me vooral in kringen waar ik me als lesbische vrouw geaccepteerd voel. Ik bevind me dus in een veilige bubbel, maar vandaag las ik nog in een enquête van Het Laatste Nieuws dat 29 procent van de Vlamingen vindt dat een kind moet worden opgevoed door een man en een vrouw. Ik heb zelf een zoon, en ik moet toegeven dat ik ook zelf een tijd gewrongen heb gezeten met de vraag: heeft mijn zoon een vader nodig? Maar als ik zie hoe gelukkig mijn kind is, en hoeveel uitstekende mannelijke rolmodellen hij rondom zich heeft, dan besef ik dat het niet draait om het hebben van een moeder en een vader. Opvoeding gaat toch vooral over hoeveel liefde je te geef hebt, en over parenting skills.”

Senne Misplon (23), woordvoerder bij Wel Jong: ‘De Pride als protest, die mis ik vandaag toch een beetje’

Senne Misplon.Beeld Thomas Sweertvaegher

“We leven vandaag nog niet in een samenleving waarin lgbtq+-personen zich te allen tijde veilig kunnen voelen, wat aantoont dat onze strijd nog niet is gestreden. In België zijn de voorbije jaren, zeker op juridisch vlak, heel wat grote stappen in de goede richting gezet. Op papier lijken we onze rechten dus grotendeels al vergaard te hebben. Maar als het internationale discours iets aantoont, is het dat onze rechten ook erg snel kunnen worden teruggedraaid. Daar moeten we waakzaam voor blijven.

“In Vlaanderen voel ik me vandaag vrij geaccepteerd, al besef ik dat dat ook komt omdat ik een witte trans man ben, die er stereotiep mannelijk uitziet. Ik pas dus vrij gemakkelijk in een hokje, wat me een minder grote bedreiging maakt voor mensen met fundamentele ideeën over gender. Toch krijg ook ik vandaag nog vaak met microagressies te maken. Ik heb het dan vooral over de vragen die ik regelmatig krijg over mijn seksleven of over mijn lichaam, die van een enorme sensatiebelustheid getuigen. En laat ons ook niet vergeten dat mijn verhaal niet hét verhaal is. Want trans en non-binaire personen krijgen bijvoorbeeld vaak te maken met geweld en discriminatie op de arbeidsmarkt.

“Ik blijf evenwel geloven in de goede inborst van mijn medemens, en in de kracht van informatie en sensibilisering. Op sociale media, maar ook als spreker, deel ik bijvoorbeeld mijn eigen verhaal, en leg ik mijn transitie vast. Ik probeer mijn verhaal ook als hefboom te gebruiken om algemenere informatie mee te geven. Daarmee stel ik me kwetsbaar op, natuurlijk. Want als transactivist ben je letterlijk constant aan het vechten voor erkenning van je eigen bestaansrecht. Dat kan heel vermoeiend zijn.

“Zowel in binnen- als buitenland zie ik veel transactivisten die met een burn-out kampen. Daarom probeer ik de laatste tijd ook weer meer op zoek te gaan naar trans joy; naar de mooie kanten van trans-zijn. Het is een valkuil om in een samenleving die nog niet utopisch is, altijd maar te focussen op het negatieve. Terwijl het ook mooi kan zijn om geluk op te zoeken bij je vrienden of bij gelijkgestemde zielen, om zo de energie te vinden om weer verder te vechten.

“Vroeger keek ik om die reden ook echt uit naar de Pride. Ik had toen nog nooit zoveel trans personen bij elkaar gezien, en had er nood aan om me deel van een gemeenschap te voelen. Ik vind het alleen jammer dat het fundament van de Pride – de pride als een protest –  aan belang heeft ingeboet. Het zijn toch vooral de noden van geprivilegieerde en gecentraliseerde groepen binnen de lgbtq+-gemeenschap waaraan aandacht wordt besteed. De reële problemen en noden van andere, meer gemarginaliseerde groepen binnen onze gemeenschap worden daardoor nog vaak genegeerd.”

Jaouad Alloul (36), muzikant en theatermaker: ‘De jongere generatie heeft een hoger fuck-you-gehalte’

Jaouad Alloul.Beeld Thomas Sweertvaegher

“We leven vandaag in een erg gesegregeerde samenleving; in veel steden zijn er buurten waar je als homo je partner zonder problemen een kus kan geven, maar ook buurten waar een hele heteronormatieve sfeer heerst, en waarin dat absoluut niet kan. Toch denk ik dat we elke dag stappen in de richting van meer lgbtq+-acceptatie aan het zetten zijn. Als ik zie hoe jonge queer mensen zich vandaag kleden en op straat komen, met veel bravoure en trots, dan stemt dat me hoopvol. Ik merk dat de jongere generatie toch een hoger fuck-you-gehalte heeft, en dat ze ervoor vechten om zich uit te drukken zoals ze dat willen.

“Natuurlijk gebeuren er nog regelmatig ontzettend trieste dingen, die in onze gemeenschap voor een grote verslagenheid zorgen. Onlangs was er in Brussel bijvoorbeeld weer een homofobe aanval. Met het ouder worden heb ik geleerd dat ik op zulke momenten het grotere plaatje niet uit het oog mag verliezen. Dat is niet altijd eenvoudig, want als één iemand uit de gemeenschap pijn lijdt, dan lijden we allemaal. Vroeger kon ik me veel meer laten hangen in de verslagenheid. Vandaag denk ik sneller: hoe kunnen we hier alsnog een positief verhaal van maken?

“De Pride blijft in dat hele verhaal ook enorm belangrijk. Onze Pride zorgt voor een samenhorigheidsgevoel dat je niet in veel andere community’s terugvindt, en dat helpt om tegenslagen te boven te komen. De Pride is er ook om ons eraan te herinneren dat we onze vechtlust niet mogen verliezen, of ons te hard moeten willen conformeren aan een maatschappelijke norm. Mijn generatie –  ik word weldra 37 –  heeft zich daar misschien een beetje in laten gaan. Dat merkte ik ook bij mezelf. Ik dacht vroeger: als ik me iets minder flamboyant kleed, dan zullen mensen me misschien sneller accepteren. Terwijl ik nu merk dat het tegenovergestelde waar is. Ik ben iemand die kleding gebruikt om zijn identiteit uit te dragen, en hoe authentieker ik me aan de wereld toon, hoe meer ik me geaccepteerd en geapprecieerd voel.

“Er zijn tegenwoordig weinig momenten waarop ik me onveilig voel wanneer ik over straat loop. Als ik erbij loop op zijn Jaouads, dan gààn de mensen kijken, maar ik vind dat geen belediging. Kill them with kindness is een motto dat ik al jarenlang meedraag. Wanneer ik iemand zie staren, zeg ik gewoon vriendelijk ‘Hallo. Alles goed?’ Het gebeurt dat ik dan een bijzonder vriendelijk en verrast antwoord terugkrijg. Tegelijkertijd zijn er uiteraard situaties waarin er wél kwaadaardige bedoelingen spelen. Dat zijn dan mensen die aanstoot nemen aan het feit dat iemand anders vol in zijn vrijheid staat. Helaas blijft dat óók een realiteit.”