Direct naar artikelinhoud
ReportageIn de Rand

Op stap in de Antwerpse Seefhoek: ‘Ik laat mijn kinderen in India studeren, want hier zijn te veel drugs’

Het kruispunt van Diepestraat, Dambruggestraat en Sint-Gummarus-straat: het kloppende hart van de Seefhoek, een buurt in Antwerpen-Noord.Beeld Franky Verdickt

De voorbije jaren zijn sommige stadswijken vaak negatief in het nieuws gekomen. Maar hoe ziet het dagelijks leven eruit nu de camera’s weg zijn? De Morgen ging in vier wijken op pad: telkens een ander profiel, telkens een andere stad. Vandaag: De Seefhoek in Antwerpen. ‘Winkeliers vonden plots ‘marchandise’ tussen hun fruit.’

“Als de politie komt, gooien ze hun spul vlug onder die matten”, zegt Jan Peetermans, een prille zestiger die na een beroerte in een rolstoel is terechtgekomen. De matten zijn de zwarte grondbedekking op de speeltuin van de Duinstraat.

Normaal zijn de zwarte matten bedoeld om kinderen bij hun val op te vangen. Maar omdat ze los liggen, kunnen ze ook voor andere doeleinden dienen. Als we ze omhoogtrekken, liggen er inderdaad allerlei papiertjes onder. Het pleintje, waar tijdens ons bezoek groepjes mannen, enkele ouderen en enkele jongens samenzitten, ligt op het kruispunt van de Duinstraat met de Lange Zavelstraat. 

Kinderen zijn er niet te zien. Dikwijls hangt er een heel doordringende geur van wiet, zegt Peetermans, die in het woon-zorgcentrum aan het plein resideert. “Ik kan er niet goed tegen en het geeft ook geen veilig gevoel. Ik weet dat de bewoners die aan de straatkant verblijven, soms moeite hebben om te slapen door de overlast ’s  nachts.”

Begin juli trokken de handelaars van de Diepe­straat, vlak om de hoek, nog aan de alarmbel. In de Gazet van Antwerpen getuigden ze over het dealen voor hun winkel, over dealers die vuurpijlen afstaken waarna ze ‘de straat is van ons’ riepen, en over vrouwen die werden lastiggevallen. Voor de winkeliers was de maat vol. ‘Help ons of we nemen het heft in eigen handen’, luidde de boodschap aan het stadsbestuur. 

Onder de grondbedekking van de speeltuin in de Duinstraat worden volgens een buurtbewoner regelmatig drugs verstopt.Beeld Franky Verdickt

In zijn kruidenierszaak doet Jiteender Singh er ook een boekje over open. Met lede ogen moet hij toezien hoe zijn zaak ten onder gaat door de drugshandel voor de deur. “Het is niet alleen de drugs”, zegt hij. “Er zijn ook ruzies en vechtpartijen.”

De man wijst van achter zijn kassa naar een grote barst in de ruit vooraan. Er loopt een lijn van boven tot onder. Enkele weken geleden ontstond er voor de winkel een vechtpartij. “Ze waren met drie of vier mannen aan het vechten”, vertelt Singh. “Toen er een binnenkwam, zei ik dat hij moest vertrekken. De man heeft dan bierblikken genomen en ze tegen de ruit gegooid.”

Voor de handelaars is het niet de eerste keer dat ze met zulke overlast worden geconfronteerd. Exact dezelfde boodschap stuurden ze zo’n jaar geleden al de wereld in. Toen is het ook werkelijk tot een handgemeen gekomen tussen de handelaars en de dealers. 

Volgens Nico Volckeryck van het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen was het potje al een tijd aan het overkoken. “Er werd toen ook al voor de handelszaken gedeald”, zegt Volck­eryck. “Er waren zelfs winkeliers die marchandise tussen hun fruit vonden. Op een gegeven moment is er een vrouw lastiggevallen en dan is het ontploft.”

Bij ons bezoek is alles rustig in de Diepe­straat, maar een verslaafde vrouw die voorbijkomt drukt ons met de neus op de feiten.

De voorgeschiedenis van de Seefhoek met de drugsproblematiek gaat intussen ver terug. In de aanloop naar de verkiezingen van 2012 beloofde toenmalig kandidaat-burgemeester Bart De Wever (N-VA) een war on drugs in het Marokkaanse visrestaurant Calamares. Ondanks het toen beloofde lik-op-stukbeleid kreunt de buurt dus nog steeds onder de overlast.

De problemen vandaag lijken een kopie van wat er twee jaar geleden gebeurde. Een groep mannen van Tunesische afkomst, vaak mensen zonder papieren, kwam toen naar Antwerpen. Volgens het stadsbestuur waren de dealers eerst in de Gentse wijk Brugse Poort actief. Toen Gent reageerde met een gespierd politieoptreden, verlegden ze hun werkterrein naar Antwerpen.

Onlangs was er een knokpartij voor de winkel van Jiteender Singh. Zijn raam moest het daarbij ontgelden.Beeld Franky Verdickt

Ook nu hebben veel dealers hetzelfde profiel: het zou vooral gaan om mannen uit de streek rond de Tunesische stad Kairouan. Twee jaar geleden nam de Antwerpse politie strenge maatregelen en ook nu doen de Antwerpse agenten wat ze kunnen.

Van begin dit jaar tot begin deze maand zijn er al een honderdtal arrestaties geweest van mensen zonder papieren. “Er wordt een beetje van alles verkocht”, zegt politiewoordvoerder Willem Migom. “Het gaat vooral om hasj en wiet, maar ook om cocaïne en zelfs pijnstillers.”

Dat de buurt vooral in het nieuws komt met de irreguliere handel, is natuurlijk een slechte zaak voor de winkeliers. Toch heeft de wijk volgens Volckeryck veel troeven. In of rond de Diepestraat bijvoorbeeld zijn zoete citroenen, gedroogde schapenkaas of granaatappelsiroop te proeven. 

Die positieve kanten wil Volckeryck dus ook graag in de verf zetten. Foodies kunnen in oktober hun hart ophalen tijdens een foodfestival dat in de wijk wordt georganiseerd. “Eigenlijk is er alles om er een succesvolle winkelstraat van te maken”, zegt Volckeryck. “Alleen worden de handelaars door de overlast soms moedeloos.”

Het Seefhoekverhaal leest als dat van wel meer stadsbuurten in Vlaanderen. Toen arme arbeiders na de Tweede Wereldoorlog opklommen naar de middenklasse, lieten ze de stad achter zich. Gastarbeiders kwamen zich vervolgens in de oude volksbuurten vestigen. Desiré Mahieu heeft de Antwerpse Seefhoek die transformatie zien ondergaan. 

Een volkscafé waar je het Seefbier kunt proeven, dat hier al in de 17de eeuw werd gebrouwen en sinds 2012 weer op de markt is.Beeld Franky Verdickt

Hij herinnert zich de wijk uit zijn jeugd, waar mensen buiten zaten en met elkaar praatten als het mooi weer was, waar hij als kind tot ’s avonds laat buiten kon spelen. “Vroeger was de Seefhoek echt een rode buurt”, vertelt Mahieu. “De turnclub, de zwemclub, de basketbalploeg, ze waren allemaal socialistisch. Als het 1 mei was, liep de hele wijk mee in de stoet.”

Maar de wijk is pas bij het grote publiek bekend geraakt omdat ze eind vorige eeuw zo’n opvallende ruk naar extreemrechts maakte. Toen het duidingsprogramma Panorama in 1988 een aflevering wijdde aan het ontstaan van het Vlaams Blok, lieten Seefhoekbewoners zich in onomwonden racistisch taalgebruik – ‘bananefretters’, ‘bomenklimmers’ – uit over buurtbewoners met een vreemde afkomst.

De partij zou er eind jaren 80 ook haar grote electorale successen boeken. Spoelen we nog eens dertig jaar vooruit, dan zijn het volgens Mahieu nu vaak handelaars die zelf vaak van buitenlandse origine zijn die klagen over de criminaliteit en de overlast. 

Toch wordt de wijk niet aan haar lot overgelaten, vertelt Mahieu. Al zijn de oude socialistische verenigingen verdwenen, er is nog steeds een bloeiend sociaal weefsel in de buurt. “Park Spoor Noord was er vroeger ook niet”, zegt Mahieu. “Nu wordt er veel gebruik van gemaakt, dus het ontbreekt zeker niet aan accommodatie.”

Ook al woont hij er niet meer, toch komt hij nog steeds heel graag in de wijk. “Ik heb er een ongelooflijk mooie jeugd beleefd”, zegt Mahieu. “En ik ben nog altijd fier op mijne Seefhoek.”

Nog een trotse Seefhoekbewoner is Samir Taif, een twintiger die optreedt als een aanspreekpunt in de buurt. Hij maakte de documentaire Van meeloper tot ambassadeur, niet alleen om uit te leggen hoe hij ooit van het stempel ‘probleemjongen’ is afgeraakt, maar ook om alle positieve initiatieven in zijn buurt te belichten. Jeugdwerkers van Jes, Kras, Elegast en Safe Space werken zich volgens hem uit de naad voor jongeren.

“Vrijwilligers van ‘Samen op straat’ of de buurtvaders houden een oogje in het zeil en gaan in gesprek met jongeren als zij ergens mee zitten”, zegt Taif. “Maandelijks is er dan ook nog eens een toezichtsvergadering waar jeugdorganisaties samen met de politie en de buurtregisseur zaken met elkaar afstemmen. Al die mensen samen zorgen voor meer rust in de straten en op de pleintjes.” 

Zelf heeft hij ook vrienden die met het drugsmilieu in aanraking zijn gekomen. “Maar door ouder te worden, te werken en voor hun doelen te gaan, zijn ze ze ervan af geraakt”, zegt Taif. “Dat toont ook nog maar eens aan hoe belangrijk het is dat jongeren een plek vinden waar ze hun talenten kunnen ontplooien. Daarom vind ik dat de stad nog meer moet investeren in jeugdwerk.”

Meer nog dan drugs zijn het armoede en verwaarlozing die in de wijk slachtoffers maken. Dat ziet althans urgentiearts Kevin Vereecken, die werkzaam is in het Stuivenbergziekenhuis. Het hospitaal ligt in het oosten van de wijk. “Patiënten met een overdosis zien we eigenlijk zelden”, zegt Vereecken. “Chronische gebruikers weten meestal wel wat ze doen en hoever ze kunnen gaan.” 

De handelaars trokken begin deze maand nog aan de alarmbel, maar tijdens ons bezoek was alles rustig in de Diepestraat.Beeld Franky Verdickt

Ook al is het de niet de ‘primaire reden’ voor de aanmelding, bij veel patiënten speelt drug­gebruik volgens Vereecken wel degelijk een rol. Onlangs was er een man met een longontsteking, vertelt de urgentiearts. Maar omdat hij door zijn gebruik niet de motivatie had om er iets aan te doen, was zijn linkerlong al zo goed als weggeteerd voor hij het ziekenhuis binnenkwam. “Drugs duwen mensen dan ook in een vicieuze cirkel”, zegt Vereecken. “Kleine kwalen groeien door verwaarlozing uit tot zware klachten.”

In het ziekenhuis merkt Vereecken de gevolgen, op de fiets ernaartoe ziet hij de oorzaak. Als hij door de Diepestraat rijdt, kan hij de dealers er zo uithalen. “Je ziet mensen een pand binnengaan en meteen weer buitenkomen”, zegt hij. “Of je ziet ze een auto instappen en een paar honderd meter verder stappen ze weer uit. De dealers doen het openlijk, ze schamen zich er niet voor.”

Nog een reden waarom er zo weinig chronische gebruikers op de spoed belanden, is volgens Vereecken dat er in Antwerpen ook klinieken zijn die hen begeleiden. De Free Clinic biedt medische zorgen aan verslaafden en Kadans brengt verschillende diensten samen, waaronder justitie en het OCMW, om daklozen te helpen. 

Die flankerende maatregelen zijn volgens de in Antwerpen woonachtige antropoloog Teun Voeten, die in tal van wereldsteden onderzoek deed naar hoe zij met drugs omgaan, even belangrijk als het bestrijden van de harde misdaad. “Een war on drugs is een slecht gekozen term”, zegt Voeten. “Omdat die term impliceert dat er ook een overwinning mogelijk is. Wat de verdienste van de war on drugs precies is in Antwerpen, is moeilijk te zeggen. Maar ik denk dat het goed is dat het stadsbestuur met een streng politieoptreden een vinger aan de pols houdt.” 

Burgemeester De Wever maakte zich in Terzake sterk dat de veiligheid er in de stad sinds zijn aantreden wel flink op vooruit is gegaan. In vergelijking met andere grote steden komt Antwerpen er volgens Voeten alleszins goed uit. “In de stad is er geen sprake van zware verloedering, zoals je die wel in Charleroi ziet”, zegt Voeten. “De zware agressie die het drugsmilieu in Amsterdam met zich mee brengt, heb je  toch veel minder in Antwerpen. Er zijn in Nederland veel meer gewelddadige afrekeningen. Drugskoeriers zijn er ook erg brutaal tegen gewone mensen.” 

Het stadsbestuur onderhoudt ondertussen veel contacten met de handelaars in de omgeving van de Diepestraat en benadrukt dat de politie kort op de bal probeert te spelen. “Van de agenten vraagt dat een grote investering qua tijd”, zegt Johan Vermant, de woordvoerder van de burgemeester. “Maar het blijft dweilen met de kraan open.” 

Kinderen op een speelplein grenzend aan de Duinstraat.Beeld Franky Verdickt

Het stadsbestuur legt de oorzaak voor de problemen bij andere overheidsniveaus. De Europese regelgeving staat het terugsturen van mensen zonder papieren, die een misdrijf hebben gepleegd, soms in de weg. In zeker één geval werd iemand naar Italië overgebracht, omdat hij daar een asielprocedure had lopen, maar dan nam hij gewoon de bus terug naar Antwerpen. De federale regering moet volgens Vermant ook meer inzetten op gesloten centra om mensen in illegaal verblijf het land uit te zetten.  

Nicole de Moor, staatssecretaris voor Asiel en Migratie (cd&v), is het ermee eens dat er te weinig plaatsen zijn in gesloten centra, maar wijst er ook op dat de federale regering de bouw van drie centra heeft goedgekeurd. Ook komt er nog één extra vertrekcentrum in Steenokkerzeel waar personen in onwettig verblijf kort zouden worden vastgehouden voor hun terugkeer. 

Volckeryck betreurt alvast dat er boven de hoofden van de handelaars in de Seefhoek een politiek pingpongspel wordt gespeeld. De kruidenier die we eerder spraken, ziet zijn toekomst ondertussen somber in. “Als het zo voortgaat, zal ik mijn winkel moeten sluiten”, zucht Singh vanachter zijn kassa. “Ik laat mijn kinderen in India studeren, want hier zijn te veel drugs.”