Direct naar artikelinhoud
InterviewGert Verhulst

Gert Verhulst na de controverse: ‘We hebben een inschattingsfout gemaakt’

'We hebben goede gesprekken gevoerd maar zijn ook af en toe de mist in gegaan. Dat is onvermijdelijk bij een programma dat volledig live gaat.'Beeld Tim Dirven

De tafel van vier, de nieuwe talkshow van Gert Verhulst, is al een week in het nieuws. Met dank aan een uit de hand gelopen discussie over woke, met alle gecancelde scheldwoorden die daarbij horen. De presentator maakt na een bewogen week de balans op. ‘Ik weet dat mensen het niet zullen geloven, maar ik wil met dit programma vooral verbinden.’

“Moe maar tevreden”, zegt Gert Verhulst wanneer we hem vragen hoe hij terugkijkt op de eerste week van De tafel van vier. Die vermoeidheid lijkt logisch. Een mediastorm zoals die waarin hij en zijn programma afgelopen week terechtkwamen, zou zelfs de meest doorgewinterde televisiemaker slapeloze nachten bezorgen. Het was inderdaad een slapeloze nacht, geeft Verhulst toe. Al is die niet aan de heisa rond De tafel te wijten. De hond des huizes blijkt met spijsverteringsproblemen te sukkelen. Met af en toe een nachtelijk ongelukje tot gevolg.

Dat vreet meer aan de nachtrust van Verhulst dan de zorgen om zijn nieuwe programma. “Ik ben tevreden in zijn totaliteit. We hebben vier programma’s gemaakt die ergens over gingen. We hadden goede gasten, we hebben goede gesprekken gevoerd maar we zijn ook af en toe de mist in gegaan. Dat is onvermijdelijk bij een programma dat volledig live gaat. Maar dat moet je los kunnen laten.”

“Het gesprek met Jean-Marie Dedecker over de klimaatopwarming bijvoorbeeld was niet goed. Het draaide op gegeven moment te veel over getallen en cijfers omdat Jean-Marie wou laten zien hoe onderlegd hij was. Toen hij over CO2-partikels begon, wist ik dat het niet meer goed zou komen. Ik had moeten ingrijpen, maar ik stond erbij en ik keek ernaar. Spijtig.”

Valt het veelbesproken wokedebat in de eerste aflevering ook onder de categorie ‘de mist in gegaan’?

“Ik blijf erbij dat de discussie over woke absoluut gevoerd moet worden. Net als de discussie over het n-woord. Het feit dat er deze week zoveel reactie op die uitzending is gekomen bewijst dat. En ik vind ook nog steeds dat je tijdens discussies het kind bij zijn naam moet noemen. Vandaar de keuze om het n-woord te gebruiken. Maar de manier waarop, de toon, en het gebruik zelf, daar hebben we dus duidelijk een inschattingsfout gemaakt. Dat geef ik toe.”

Was die hele rel niet gewoon een slim opgezette marketingtruc? Wanneer u Margriet Hermans al in de eerste minuut van het programma een stapel Melocakes met het n-woord laat beschrijven, gaat u toch op zoek naar controverse?

“Ik wist dat dat woord iets teweeg zou brengen. Maar dat het zo gevoelig lag?”

Dat weet toch iedereen?

“Je mag me een naïeve stommerik vinden, maar ik wist dat niet. En dan kun je me vragen waar ik de afgelopen jaren dan wel gezeten heb. Het antwoord is simpel: in mijn bubbel. Net zoals we allemaal in onze eigen bubbel zitten. En dan durf je al eens te vergeten dat wat in jouw bubbel gebeurt niet per se de realiteit is. Maar goed, ik gebruik het n-woord in mijn privéleven al dertig jaar niet meer.”

Waarom dan op antenne wel?

“Omdat ik vind dat je in zo’n discussie het kind bij zijn naam moet noemen. Maar dat was een inschattingsfout. Ik wist niet dat het zó gevoelig lag. Daarom heb ik me ook verontschuldigd. Oprecht. Mensen zijn me komen zeggen dat die uitzending hen echt pijn heeft gedaan. Natuurlijk vind ik dat jammer. Maar het overtuigt me tegelijk nog meer van het feit dat we de discussie moeten durven voeren. Door onze uitzending is die in volle hevigheid losgebarsten. Vergelijk het met een fikse echtelijke ruzie. Nu is het tijd voor goedmaakseks die beide partijen dichter bij elkaar brengt.

“Ik weet dat mensen het na maandag niet zullen geloven, maar ik wil met dit programma vooral verbinden. Ik wil dat mensen elkaar meer gaan begrijpen. Vandaar ook dat ik gefrustreerd ben over het gesprek met Jean-Marie Dedecker, waarbij hij en de klimaatwetenschapper die we te gast hadden naast elkaar bleven praten. Ik wil dat de wokekant begrijpt dat veel mensen het n-woord hebben gebruikt zonder enige racistische bijbedoeling. Dat is belangrijk. Net zoals wij ook moeten leren begrijpen waarom dat woord zo ongelofelijk gevoelig ligt. We moeten het er ook over blijven hebben. Het moet een vervolg krijgen. Alleen hoeft dat niet meer per se bij ons aan tafel.”

En toch. Door het n-woord te laten vallen staat De tafel van vier al heel de week in alle kranten. Onder het motto there’s no such thing as bad publicity is dat toch een meevaller?

(cynisch) “Ja, natuurlijk hebben we het daarom gedaan. Kijk, als je op voorhand zou weten dat je daar zoveel mensen mee kwetst, en als je op voorhand zou weten dat het je zoveel bagger op zou leveren, dan gebruik je dat woord niet. Zo zit ik niet in elkaar. Vooral het feit dat we mensen hebben gekwetst, raakt me. Die bagger ben ik ondertussen gewoon. Al is het deze week wel heel persoonlijk geworden. Ik heb op Instagram berichten gekregen die er echt over waren. Maar ik wil me niet in een slachtofferrol wentelen. In de media moet je tegenwoordig een olifantenvel hebben. Anders spring je van de Boerentoren.”

Hoe had u het achteraf gezien moeten aanpakken?

“Het n-woord had vermeden moeten worden. Maar langs de andere kant, hadden we het niet gebruikt dan hadden we vandaag dit gesprek niet gehad. En ik vind het juist heel belangrijk dat het debat gevoerd wordt over wat wel en niet meer kan. Maar ik zeg nog eens, klaar en duidelijk: we hebben daar een inschattingsfout gemaakt. En daar excuseer ik me voor. Ik weet dat sommige mensen me niet geloven wanneer ik dat zeg. Maar als mijn excuses niet meer geloofd worden, dan houdt het op natuurlijk.”

De hele heisa zorgde ervoor dat Elias Van Dingenen, een van jullie redacteurs, al na één uitzending opstapte. Hij tilde vooral zwaar aan het feit dat u niet zelf op de redactievergadering was komen uitleggen hoe en waarom het die eerste uitzending fout gelopen was.

“Dat is nu eenmaal de manier waarop we werken. Ik heb drie hoofdredacteurs die de redactie leiden. Ik communiceer met hen, maar zij zijn baas over de redactie. Ik wil daar niet tussen komen fietsen. Ik vind dat niet gezond. Dus neen, ik was er ’s morgens op de redactievergadering niet bij.”

Begrijpt u waarom hij is opgestapt?

“Het is zijn keuze en ik respecteer die. Als hij denkt dat dit niet de biotoop is waarin hij kan werken, dan heb ik daar alle respect voor.”

U geeft als presentator uitdrukkelijk uw eigen mening tijdens discussies. Is dat een bewuste strategie?

“Door zelf te zeggen wat ik denk, hoop ik dat de gasten rond de tafel dat ook durven te doen. We willen niet dezelfde, voorgekauwde talkshow maken die je overal ziet. Ik zit al vijfendertig jaar in allerhande talkshows, en overal merk ik hetzelfde: wanneer je voor de show in de green room zit, heeft iedereen uitgesproken meningen over zowat alles. Ik heb politici op zulke momenten meer dan eens dingen horen verkondigen die lijnrecht ingingen tegen de partijlijn. Maar eens de camera’s draaien, vertellen ze plots een totaal ander verhaal. Zo ontstaat een soort televisierealiteit die niets te maken heeft met wat die mensen rond de tafel echt denken. Ik wil dat mijn gasten vertellen wat ze echt over een bepaald onderwerp vinden. Ook al weet ik dat zulke gesprekken snel de stempel ‘toogpraat’ of ‘populisme’ zullen krijgen.”

Zijn er buitenlandse voorbeelden waar jullie naar kijken? Na de eerste uitzending werd de vergelijking gemaakt met het Nederlandse Vandaag inside, waar Johan Derksen en co om de zoveel tijd voor een rel zorgen.

Vandaag inside is geen talkshow. Dat is cabaret. Pas op, ik kan daarvan genieten. Maar het is en blijft cabaret. Ik wil dat onze kijkers, wanneer ze de tv uitzetten, het gevoel hebben dat ze wijzer geworden zijn. En dat is deze week af en toe gelukt. De berekening van de energieprijzen bijvoorbeeld hebben we uitgelegd op de meest bevattelijke manier van de afgelopen maanden. Natuurlijk zijn er dan critici die vinden dat we dat voor de 100.000ste keer doen, maar misschien moeten ook die eens buiten hun eigen bubbel kijken. Heel veel mensen weten over bepaalde onderwerpen nog niets. Wat trouwens absoluut geen schande is. Ik wist tot voor deze week ook niet hoe het precies met die energieprijzen zat. Daarom is het altijd de bedoeling om hier aan tafel van nul te beginnen. Andere talkshows gaan uit van voorkennis die veel kijkers gewoon niet hebben. Wij willen dat anders doen en zo het verschil maken.”